De eeuwige strijd I
door Filip De Man
Na het grote succes van zijn vorige uitgave "De zaak Demol, een commissaris geflikt" verscheen een nieuw boek van de hand van Filip De Man. De schrijver volgde Latijnse humaniora, is licentiaat Letteren & Wijsbegeerte en sedert 1991 lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Hij is auteur van "AIDS: geen paniek?" (1993), "Criminaliteit: harde aanpak" (1994), "Requisitoir tegen de drugprofeten" (1995), "Waarheen met de politiediensten?" (1996) en "De Zaak Demol" (1998).
Zijn nieuwe boek wil eerst en vooral provoceren. Filip De Man daagt het linkse establishment uit, de contestanten van mei '68 die na de lange mars door de instellingen aan de top gearriveerd zijn. Zij worden op hun beurt het mikpunt van contestatie. Het is de overtuiging van De Man dat de democratie daar alleen kan bij winnen. Rechts moet volgens hem de ideologische barricaden innemen en de confrontatie aangaan met de huidige machthebbers. Of om het in het Frans te zeggen: épater les bourgeois. Al zijn die dan tegenwoordig van linksen huize.
Dit boek wil echter ook constructief zijn. Het wil munitie bieden aan de rechterzijde in haar strijd tegen het heersende en verstikkende 'politiek correct denken' van de zelfverklaarde progressieven. Het wil tevens bouwstenen aandragen voor wat De Man de 'Tweede Europese Renaissance' noemt, de diepgaande heroriëntering van onze samenleving die er op middellange termijn komt.
Natuurlijk zal dit essay worden verketterd door het establishment en de aanhorige media, en belandt het in de situatie van de Samizdatpers uit de Oost-Europese dictaturen. Zoals in het vroegere Oostblok zullen de ideeën echter kruipen, waar ze niet gaan kunnen. We weten ondertussen allemaal wie die strijd gewonnen heeft.
Het is aan de lezer, en dat is het belangrijkste, om te oordelen of de ideeën in dit boek door nog meer mensen moeten gekend worden.